Een notitie over dromen, het brein, niets willen, zelfbeheersing.

Hoe mijn brein eruitziet (‘wired’) is veranderlijk en uniek. Dag in dag uit graveren patronen zich in mijn hersenen. Alsof ik een korenveld in mijn kop op een grillige manier maai. Alsof een worm een gang graaft.

Your biography is in your biologie: terugkerend gedrag toont zich als uitgesleten sporen in je hersenen.

We zijn kopieermachines. Zo leren we, en doen we inschattingen.

Ik begreep nooit waarom ik weinig lijk te willen. Lijk, want ik wil veiligheid. Na het lezen van Eagleman begrijp ik dat beter: de gedachte aan ‘iets’ kost iets.

Het brein is een slagveld, verschillende netwerken strijden voortdurend om de macht. Wilskracht (zelfbeheersing, doelen nastreven) strijdt met Impulsbevrediging (je laten gaan, chocoladekoekjes eten). Langetermijndoelen (boek schrijven) liggen in de clinch met Kortetermijngemak (geld verdienen, hypotheek, comfort, veiligheid). 

Iets willen is een beslissing die energie kost. Iets steeds willen kost steeds energie.

Wie ik ben (identiteit), hoe ik de werkelijkheid ervaar en wat ik doe, ligt niet vast, maar is een gevolg van duizenden beslissingen, de meeste neem je ‘onbewust’. Ik meen een residu daarvan te voelen, van dat beslissingen nemen. Het zoemt.

Change is constant.

Als het brein aan verandering onderhevig is, zou je dat kunnen opvatten als goed nieuws. Je kunt elk moment opnieuw beginnen, maar het besef van de loopgravenstrijd tussen de netwerken is killing, ik weet hoe diep de oude groef is ingesleten. 

Ook als we slapen gaat de strijd in het brein door. Eagleman heeft een interessante hypothese over waarom we dromen: gebieden in het brein worden gekoloniseerd als ze niet gebruikt worden. De kaart is wel degelijk het gebied, en die kaart verandert steeds als we er niet overheen lopen. 

Het visuele systeem probeert koste wat kost, in het domein van het donker, het zwart van de nacht, als zintuig dat net als alle andere zintuigen input moet leveren maar in die omstandigheden in het nadeel is ten opzichte van tastzin of gehoor of het registreren van warmte of kou, te voorkomen dat een ander zintuigsysteem het visuele deel in het brein gaan koloniseren. 

Een droom is een wapen in de zintuigenstrijd om het visuele systeem actief te houden. 

Als je dagen in het donker zit, zonder prikkels blijkt dat een ware gruwel te zijn. Het brein gaat dan letterlijk een werkelijkheid creëren. Het visuele systeem geeft zich niet zomaar gewonnen.

Het brein rust nooit. Dag in dag uit, een leven lang. Stopt nooit. Gaat almaar door. Je zit gevangen in je brein. Eagleman visualiseert dat met een grote donkere zwarte kerker. In principe hoor en zie je niks, is het doodstil in je schedel.

***

Mijn brein neemt voortdurend beslissingen (‘wil iets’). 

Ik dacht altijd dat anderen iets van me willen, nu begrijp ik dat ik het zelf ben. Iets willen is een beslissing nemen (wat je sowieso al doet, elke seconde). Iets niet willen, niets willen, is eenvoudig willen dat dit proces, dat je voelt zoemen in je kop, stilstaat. Dat je even kunt rusten.

Waarom ik niets wil (wat niet waar is, voortdurend wil ‘ik’ iets, en dat vervolgens niet willen – beheersing – kost energie): daarom zijn we gespleten. Ons bewust worden van alle beslissingen die we nemen is too much. De meeste verlopen automatisch en onbewust, anders zouden we uitgeput raken.

Na het lezen van Eagleman begrijp ik waarom die wens (‘niks willen’) me ondanks de onzinnigheid ervan enorm aantrekt. Essays on idleness staat ongelezen in de kast.

Niks willen is de overtreffende trap van wilskracht – ultieme zelfbeheersing – omdat het niet mogelijk is. Het is belachelijk ambitieus. Brein, lichaam, geest is een regelstation. Natuurlijk reageert het op prikkels.

De gedachte aan ‘iets’ (opstaan, bellen, iemand een bezoek brengen) is vaak al te veel: belachelijk. ‘Ik wil niks’ hoor ik mezelf regelmatig zeggen, alsof dat het grootste goed is. 

Daarom wil het brein liever niet denken. Het reserveert denken voor uitzonderingssituaties. Het brein wil niet denken. Maar onbewust is een slagveld gaande. Het beste lijkt om hier niet aan te denken.

[bij het lezen en kijken van David Eagleman, en het opruimen van de notitie op mijn desktop]