Ruben Jacobs introduceert de term ‘zenuwvriendelijk’, een woord dat ik zonder het te weten altijd heb gezocht. Een ontworpen ding kan gebruiksvriendelijk zijn en toch op de zenuwen werken of op de zenuwen werken terwijl je het niet gebruikt.
Neem de kleine computer waarnaar ze voortdurend kijkt. Een extreem lief apparaat: gemakkelijk, efficiënt, kalm, wrijvingsloos, comfortabel. ‘Easy on the nerves’ (Egmont Arens). Gillende sirene in de straat, zij weet naar welk ongeluk de ambulance zich spoedt.
Design verzacht harde technologie en lompe machines, vermenselijkt ze, aldus Jacobs. Design als kussen, ontwerpers als ‘humaneers’. Er bestaat geen harder, wreder dier dan de mens, maar hij kan dus zacht doen.
Hypothese: wat gewonnen wordt aan zachtheid (comfort, gemak, fluisteringen) verlies je elders. Gemak voor de een (energie en aandacht die je niet hoeft te leveren, ‘druk op de knop’) betekent ongemak voor de ander (werk aan de winkel). Soort wet van behoud van tegengestelden.
We are no longer servants of ignorance, only of laziness. Ik bestel eten, frictieloos, op afstand. Het geknetter van de brommer die pizza’s brengt verscheurt de stilte. Ik verdwijn in Emily Dickinson, keuze uit de mooiste gedichten.
(bij het lezen van De verzachters van de modernisering)