‘De behoefte is er ook echt wel bij mij. Heus. Ik wil er bijhoren. Ik wil alleen niet dat iedereen kan lezen wat ik denk en vind, behalve als ik er héél lang over heb nagedacht. En ik wil zeker niet dat men weet wat ik doe. Dus dat botst. Want een blog van iemand die niets wil vertellen, dat is irritant. Zelf kan ik daar niet tegen. Inmiddels zit het me ook dwars. Als je niet alles kwijt wil, lijkt het of er niks gebeurt. Er gebeurt van alles, maar ja, dat ga ik niet aan de grote klok hangen. Ik loop met mijn digitale ziel onder de spreekwoordelijke arm. Als er niets valt te schrijven, welke woorden gebruik je daarvoor? Hoeveel precies? Waar zet je ze neer en hoe illustreer je het?’
Ik print de foto’s uit en buig me over de resultaten. Flopke bedekt op elke foto haar gezicht. ‘Op de beste portretten staar je niet als een koe de lens in. Dat geldt in ieder geval voor mij.’ Ze verschuilt zich achter voorwerpen: een appel, een ei, een kledingstuk. Vaak staat ze met lege handen. De foto’s vertellen, parallel aan de tekst, een eigen verhaal. Zo is Flopke niet van de straat. Regelmatig houdt ze een boek voor haar gezicht. Max Frisch. Gustave Flaubert. Witold Gombrowicz. Ze heeft geen laptop. Steeds dezelfde deur in beeld. Soms speelt ze vals. Zit de deur opeens rechts in plaats van links. Dan biedt ze geen venster op de werkelijkheid, maar bespeelt ze een medium.
‘Soms krijg ik de vraag of ik niet iets leuks met mijn foto’s kan bedenken, dat het trucje een beetje flauw begint te worden. Er klinken stemmen in mijn hoofd. Ze roepen: Vooruit Flopke, gooi het eruit. Laat zien, vertel alles en haal die handen voor je gezicht vandaan. Maar op de achtergrond hoor ik een andere stem, monotoner, langzamer: Nee, Flopke, nee. Nee nee, Flopke, nee.’ Alleen op haar kamer, is het niet zo moeilijk anoniem te blijven. Soms verlaat ze haar huis. Over foto’s die ze dan maakt kan ze niets vertellen in verband met de privacy van haarzelf en de betrokkenen. Het maakt haar teksten beter, want universeler.
Toch zijn er ontwikkelingen. Vroeger had ze een webcam waarbij huid groen kleurde, soms tegen cyaan aan, en waren foto’s overbelicht. De latere foto’s, bijvoorbeeld die op 22, 23 en 24 juni 2011, zijn perfecte foto’s. Scherp, kleurrijk, kleur die hoort bij de objecten die ze voor haar hoofd houdt. Toch ben ik er niet gerust op. Iemand die haar werkelijke leven zo krampachtig probeert te scheiden van haar digitale leven…vaak vreest ze dat wat ze met haar gezicht heeft, ze ook met haar ziel ervaart: handen ervoor. Bij elke blogposting denk ik, zal Flopke er morgen nog zijn? Of gooit ze de boel bij iemand anders in de brievenbus, laat ze op een dag een ander de telefoon opnemen? – flopke.nl