Een dik boek werd in een schoenendoos bezorgd, verpakt in kranten. Doos met tape dichtgeplakt. De kat ging in de doos zitten toen ik het boek eruit nam. Uitgebreide en definitieve editie, 1270 pagina’s, gloednieuw en tweedehands. ‘Dit is het failliet van het boek,’ zei ze. Mijn zorg bestond eruit dat ik maar twee dagen had. Gelukkig begon het boek met een sprookje.
Het sprookje gaat zo. Yukong verzette een berg. Hij schafte zich een kruiwagentje en schepje aan en transporteerde daarmee net zo lang kleine beetjes aarde van de ene plek naar de andere tot de hele berg uiteindelijk verzet bleek te zijn. Door één of ander alchemistisch proces verandert wat je leest, wat je weet, in wat je schrijft, wat je niet weet (emergentie).
André Klukhuhn heeft een encyclopedisch boek geschreven, een baksteen van een boek, een overzichtswerk dat wetenschap, kunst, filosofie en godsdienst wil samenvoegen in één pluriform denkbeeld. Je hebt egels (Plato, Dante en Hegel), mensen die voortdurend één en dezelfde verdedigingsstrategie hanteren, en je hebt vossen (Aristoteles, Shakespeare, Montaigne). André Klukhuhn wil een vos zijn.
Vossen jatten kippen. Bij Klukhuhn is een grasveld groen, valt de Renaissance tussen 1450 en 1600 en is Plato een rationalist, schrijft hij. Dat is het nadeel van het vogelperspectief, je ziet de kleur, het grasveld, niet de verschillende soorten gras die er staan. Het smaakt in ieder geval naar vogel, zei de oude vrouw die soep trok van een tak waarop een kraai had gezeten.
De algehele geschiedenis van het denken, of het verbond tussen filosofie, wetenschap, kunst en godsdienst, André Kluhkuhn