[Dit artikel krijgt u cadeau. Lees de eerste vier weken gratis. Uitproberen.]
Het aantal boezemde ook mij ontzag in. Hoe is het mogelijk, dacht ik. Drieduizend Kleine Verslagen. Soms is het maar goed niet te weten wat de toekomst brengt: ik zou na het eerste verslag – in 2006 – onder de schiere voorstelling er nog 2999 te gaan schrijven onder de last zijn bezweken.
[Advertentie van T-Mobile. Chief Happiness Officer: zo krijg je gelukkiger personeel]
Hoe heeft dit zo kunnen gebeuren? Ik kan alleen maar zeggen: het is nooit gestopt. De kraan liep en niemand draaide hem dicht. De krant stelde kolommen beschikbaar, de schrijver schreef, de lezer las.
Dat kon natuurlijk alleen onder gunstige omstandigheden; de wind in de zeilen, een rustige hemel, kalme wateren. Ik voer op een zeetje van waardering, die de boot wilde dragen op zijn weg naar verre kusten. De motor, de mijne, pruttelde op een brandstof -mengsel van dankbaarheid, nieuwsgierigheid en vonken van inspiratie.
Ik ben wel, tot leedwezen van menigeen, afgedreven van de oorsprong, namelijk te berichten over de marges van het nieuws, van de actualiteit. De koers werd verlegd naar binnenkanten van een boek, het huis, naar randen van de tuin, naar wandelingen door de stad, naar binnenkanten van het hoofd. Van pagina twee naar pagina twintig.
Een schokkend bericht als grote schaduw
Vandaag bijvoorbeeld, in dit drieduizendste Klein Verslag, vraag ik me af hoe het komt dat glazen vrijwel altijd kringen maken. En waarom zo vaak een spaak het fietsslot blokkeert. En waarom staand een broek uittrekken zoveel moeilijker is dan staand een broek aantrekken. Er zijn nog zoveel raadsels om ons heen en heel dichtbij.
Maar natuurlijk is er een grotere wereld, die de binnenkamers bereikt. Vandaag, een frisse, soms zonnige septemberdag, een dag waarop ik dit jubileumverslag schrijven mag, komt als een grote schaduw het schokkende bericht dat een advocaat in Amsterdam is vermoord, om geen andere reden dan dat hij de belangen behartigde van een cliënt. Omdat hij zijn werk deed.
Het Parool spreekt van een ‘liquidatie’, maar zo sterven mensen niet die handelen naar eer en geweten, die er hun roeping in zien op te komen voor de zwakkeren. Zulke mensen worden vermoord.
Uit de Tweede Kamer waar de Algemene Beschouwingen worden gehouden, komen lachbuien zoals die van Pieter Heerma (CDA) die zichzelf aan het lachen brengt met de zin: ‘Mijn inleiding duurt tot vlak voor het einde van mijn tekst’.
Van luim naar ernst en weer terug
Dat is allemaal heel onschuldig, maar ik verbaas me altijd weer over de volkomen vanzelfsprekende gelijktijdigheid van dingen, die lichte vrolijkheid in het parlement naast dat gitzwarte drama in Amsterdam Buitenveldert dat de samenleving op zijn grondvesten moet doen schudden; zij is in de kern, in haar hart, in haar gevoel van veiligheid geraakt.
En zo gaat het vaak in deze verslagen, die ik graag als een kroniek omschrijf; binnen drie kolommen van luim naar ernst en weer terug, als het leven zelf.
Er is nog een vraag die opkomt, misschien ook bij lezers. Is het na drieduizend verslagen niet eens genoeg geweest? Je moet oppassen met metaforen, maar ik schreef hierboven over verre kusten en ook die komen eens binnen bereik. Als ik goed kijk en door mijn oogharen tuur, zijn ze vaag zichtbaar aan de horizon.
[Met het oog van een antropoloog en de pen van een dichter doet Wim Boevink dagelijks verslag over de grote en kleine wereld om hem heen.]