Vogels zijn de laatste dinosauriërs, die aten varens en coniferen. Wij eten bloemplanten, of melk en vlees van graseters.
Zoals de boom leeft in zijn bast, leeft de mens in zijn gelaatstrekken. Maskers zijn eng, vanwege de starheid.
Pupil komt van ‘poppetje in je ogen’. Dichtbij kun je een mensje zien in iemands pupil.
Iemand die je graag ziet is je oogappel.
Een boom is dood van binnen, het lukt ze beter om stil te staan.
Een boom leeft in de paar millimeter vlak onder zijn bast. In hun maag bewaren vogels stenen waarmee ze voedsel vermalen.
Een mens leeft in zijn ogen. Daarachter zit het brein. Waar onze aandacht op valt is rooted in biology.
Het ritme van waken en slapen is iets van hier. In de tropen razen de planten het jaar door, schrijft Arjen Mulder.
Ik begrijp nu de uitdrukking tropenjaren. Mijn geest raast door, ik slaap niet meer.
We zijn zwarte dozen.
Ik kan me op afstand plaatsen van waarvan ik deel uitmaak. Dan zie ik het poppetje niet.
Mijn brein maakt verhalen. Over alles.
Ik kijk naar een resusaapje, het lost een puzzel op, haalt een pin uit een gat, draait een sleutel om, doet dit ook als er geen beloning is, geen voedsel of sex in het vooruitzicht.
Een rat tikt tien keer op een hefboompje.
Een duif.
Mensen kijken naar dieren in een laboratorium, wolken in de lucht, bomen om een huis en proberen iets te weten te komen over zichzelf.
Informatie zoeken is verslavend.
Dopamine is critical from an evolutionary standpoint. If humans had not been driven by curiosity to seek out things and ideas, they would have just sat in their caves. Seeking was more likely to keep them alive than sitting around in a satisfied stupor.
Zoeken houdt je in leven. Je gaat op zoek, je klikt, je snuffelt. Eerst langs de wanden, voorzichtig.
Dopamine makes people addicted to seeking information.
Dopamine is geen beloning van gedrag, het stofje wordt losgelaten in het lichaam wanneer je een beloning verwacht. Verslaving gaat altijd over meer, meer, meer, want de inlossing doet weinig (eventjes stillen opioïden de pijn).
Het uitpakken van een cadeau is het meest opwindende moment. Je cravet de craving, het onverwachte, de onzekerheid.
Verwacht de boom iets? Wat is het equivalent van een dopamineloop voor een boom?
Susan Weinschenk zit voor haar boekenkast en geeft een lezing van minder dan een uur die samenvat wat ik al dagen bij elkaar scharrel uit allerlei boeken. Ik zal dit verhaal niet duidelijker kunnen vertellen. De studenten krijgen in september psychologie van Susan Weinschenk, niet van mij. Ik zet koffie, plaats stoelen in een kring.
De man op televisie zegt dat de 12 stappen hem hielpen. Hij was bijna dood. De eerste stap de belangrijkste: je realiseren dat je een probleem hebt. Ik ben de man.
Ik noteer Weinschenks 12 principes om mensen gemotiveerd te houden (van de 100 die ontwerpers moeten weten over mensen: hoe ze denken, voelen, kijken, onthouden, waarnemen).
Als je wil dat mensen terugkeren, moet je ervoor zorgen dat ze meer verwachten. Kleine brokjes geven. Onzekerheid houdt mensen zoekende, gaande. Ze komen terug voor meer. Deze aanpak is funest voor concentratie en aandacht.
If you want to keep the loop going, you give them little pieces, have them come back for more.
Alle licht binnen laten, zodat de kamerplanten niet hoeven te draaien, niet hoeven te reikhalzen. Wat zeg je?