Zou je je brein kunnen laten groeien door overal dingen te begraven?
Ik kijk naar de wetenschapper die dit idee in mijn hoofd plant. Ze heeft noten van zendertjes voorzien en geel geverfd. Ze zit gehurkt op een sappig groen grasveld en strooit de noten in het rond. Even later (in werkelijkheid maanden later) tast ze met een apparaat de bodem af, op zoek naar de noten.
‘De Californische voseekhoorn krijgt een groter brein in de herfst. In de lente krimpt het, voedsel in overvloed,’ zegt een stem.
Zwellende en slinkende breinen. Deint ons brein mee op de seizoenen? De stem haalt me uit sluimerstand. Ik kan niet wachten haar dit te vertellen, al is het eekhoornbreintje, het schedeltje dat voor de camera wordt gehouden, nog steeds amper groter dan een uit de kluiten gewassen walnootje.
Net als bij taxi-chauffeurs, zegt ze, die hebben ook grote breinen. Ze herbergen complete stratenplannen en ruimtelijke kaarten in hun hoofd. Dat verliezen we dus. Nu we ons in technologische lentes lijken te begeven.
Ik luister naar de wetenschapper.
Ik kijk naar haar zoals ik thrillers bekijk. De makers laten ons nu denken dat hij de dader is, maar we hebben nog 8 episodes te gaan. Wat is hier echt aan de hand?
Zou het niet zo kunnen zijn dat de eekhoorn helemaal geen ruimtelijke kaart maakt van al die noten die hij begraaft (duizenden), maar ze eenvoudig begraaft, en later opgraaft, op goed geluk. Omdat er zoveel noten liggen vindt hij altijd wel eentje, zoals ik ook altijd wel een geschikte notitie tegenkom in mijn aantekenboekje. Of zoals een vlieg, die random elke kant op beweegt, heel veel, heel snel, en dan toevallig op de uitgang botst (de kier bij het kantelraam). Hij onthoudt niet waar het gat zit, hij heeft een beweegstrategie. Vandaar: duizenden noten. Oppotten: je geen zorgen hoeven maken, behalve misschien dat noten rotten of gestolen worden. Misschien is het brein gigagroot vanwege angst en dan met name vanwege al die scenario’s in het hoofd actief houden.
Ik probeer te zien of de eekhoorn neurotisch gedrag vertoont of dat zijn handelingssnelheid gewoon zo hoog is, omdat hij zelf klein is en zijn hart vliegenssnel klopt, en zijn leven snel voorbij lijkt te gaan waardoor het neurotisch oogt maar dat niet is.
Elk nootje dat hij betast, vliegensvlug ronddraait, door zijn pootjes laat gaan, door elkaar schudt (allemaal ter beoordeling), in de grond stopt, met duizenden, behalve degene die hij meteen opeet.
Gewoon in de grond stoppen.
Je hoeft niks te onthouden, behalve het grasveld zelf.
Wetenschap beschrijft.
Als de mens zo ver kon springen als de eekhoorn zou hij voorbij twee bussen springen.