Je kunt wachten tot de appel valt, als Newton, of tot hij niet valt, zittend onder de Bodhiboom, een snelgroeiende plant met luchtwortels uit de moerbeifamilie die wel 30 m hoog kan worden, en waarvan een stekje is uitgegroeid tot de zesde generatie. Je kunt een appel plukken in je ongeduld, wat ik een kind zag doen in de kleine boomgaard achter het huis. Ze heeft alle onrijpe vruchten eraf getrokken, de vogels hun voedsel ontnomen.
Er zijn twee manieren van dingen voor elkaar krijgen. Laat de vis langszwemmen, de vogel –vliegen, saus die uren indikt smaakt heerlijk, zolang je af en toe water bijgiet. Actief dingen najagen werkt vaak averechts, iets willen maakt iets voor elkaar krijgen niet simpeler, sneller of gemakkelijker, terwijl je als je niets zoekt altijd iets vindt. Ik vind veel online.
De vrouw leidt me rond door de praktijkruimte van Freud aan de Bergasse 19, in Wenen. Met een zaklampje schijnt ze op de sofa, en op een enorme toren kussentjes, opgestapeld op de sofa. De mensen lagen niet, zegt ze, ze zaten rechtop, als zieken die zich oprichten wanneer bezoek komt. Freud zat aan het hoofdeinde, in een groene fauteuil, uit het zicht. Vrij associëren gaat beter als je niet naar een mensenhoofd kijkt. Het blijkt ondoenlijk om iemand uren aan te kijken.
Nurin Yedlin, de vrouw die met haar zaklampje de rondleiding geeft, heeft van haar collega’s een miniatuurversie van de werkkamer van Freud gekregen. De miniatuur is prachtig, met uiterste zorg gemaakt door een bekwame miniaturist. De nauwgezetheid en levensechtheid doen me denken aan die van het poppenhuis in het Rijksmuseum van Petronella Oortman, een kast van eikenhout, belijmd met schildpad en tin, alle voorwerpen van de juiste materialen gemaakt, verhoudingen die kloppen.
De praktijkruimte van Freud doet in niks denken aan de lege, klinische praktijkruimtes van psychiaters die Yedlin jarenlang fotografeerde, met enkel een doosje zakdoeken op tafel, en maar één deur. Freud had een achteruitgang zodat patiënten ongezien weg konden. Overal hangen schilderijtjes, staan beeldjes, liggen dingen, oosterse tapijten, tekeningen en etsen, niks is toeval, als je op de sofa ligt valt je blik op iets wat Freud zo wil, kijkrichtingen uitgedacht zoals een choreograaf kijkrichtingen uitdenkt.
Yedlin laat enkele van haar foto’s zien, schakelt dan snel over naar de kamer waar het haar om te doen is, die van Freud: Petronella Oortman die trots haar poppenhuis laat zien. Chinees porselein liet ze ongetwijfeld komen uit de kolonieën (bordjes 1 cm in doorsnee). De exactheid van niet-wiskundige dingen – die bezempjes – ontroert me omdat ze nooit bereikt wordt, alleen benaderd.