Hoe verlies je iets? Kan dat? Kan iets verloren zijn? Lydia Davis zegt dat dat niet kan. Ze zegt niet: ‘dat kan niet.’ Ze is niet iemand die aan iedere twijfel een eind maakt, ze heeft die twijfel zelf nodig, ze schrijft verhalen. Ze schrijft een kort verhaal. Het heet ‘Verloren dingen’. Het heeft de lengte van zes zinnen. De zinnen zijn niet uitzonderlijk lang, sommige kort. Ze schrijft over een jas, een hond, een knoop, en een ring. Ze zijn verloren, schrijft ze, maar ergens op de wereld ook niet verloren. Ze zijn verloren voor haar, en waar ze is, maar ze zijn ook niet weg. Het woord ook is belangrijk. Twijfel is alles laten bestaan, een opsomming, het verlies, de ring, de knoop, hun kostbaarheid, en de dingen waarover ze niet meer spreekt (de hond, de jas). Ze zijn ergens anders, en ze zijn daar voor iemand anders, en als ze er niet voor iemand anders zijn, of als er niemand anders is – ik ben de exacte woorden vergeten – zijn ze nog steeds niet verloren voor zichzelf, de ring, de knoop, maar ze zijn daar, alleen niet waar Lydia Davis is. Ik houd van mededelingen: iets verliezen kan, verloren zijn niet, je ben altijd ergens. Een kort verhaal is iets zeggen zonder een mededeling te doen. Terwijl ik dit schrijf, ontvang ik een nieuwsbericht. Lydia Davis wint de Man Booker Prize (‘vorige week’) en vertaalt zeer korte verhalen van A.L. Snijders (‘sedert augustus 2011’).Die zeer korte verhalen ken ik, ik heb liever dat Lydia Davis tijd besteedt aan eigen verhalen, aan verhalen die gaan over verliezen en vergeten, maar misschien is dat egoïstisch, misschien kan ze niet enkel bezig zijn met eigen verhalen, misschien vindt ze ze.

»