Men zegt dat men alleen verhalen mag vertellen zolang de sneeuw valt, omdat planten zich dan niet bezighouden met groeien, vogels vergeten hun jongen te voeden, beren zich oprollen in donkere holen. Men zegt dat men alleen ‘s nachts verhalen mag vertellen, in de nacht leeft het gewijde. Men zegt dat wie het woord bedriegt of verkwist een verrader van de ziel is, want het woord voor woord en ziel is hetzelfde (ñe’e). Ik stel me voor dat het altijd dag is, altijd licht, altijd zomer – dat we zouden kunnen zwijgen.
(bij het lezen van Galeano’s Dolende woorden)