Ik lees een gedicht, een pars pro toto, voldoende om alle gedichten van de schrijver in huis te willen hebben. Het gedicht gaat als volgt:
Wie zegt: de koning woont in het huis naast de boom,
heeft al te veel benoemd: een onomschreven wezen
bijvoorbeeld tot een koning, een hoop stenen
tot huis en een veelzijdig fenomeen
tot boom. Exacter lijkt mij:
een bleke heer geroepen te regeren huist
in een hardstenen doos neergezet
naast een verrukkelijk verschijnsel. – Benoemen, J.A. Emmens
De liefde voor die boom, die doet het hem, niet de abstractie waarin hij haar vervat (‘veelzijdig fenomeen’ en ‘verrukkelijk verschijnsel’). Ik bestel het complete verzameld werk.