Ik bezocht voor de tweede keer Vlas. De lade van de presentatiekast moet intussen duizend keer open en dicht zijn gemaakt. De foto’s van de ingezaaide kavel, in rijen onder elkaar, liggen niet langer strak in het gelid. Alsof een windvlaag door de lade is gegaan. Alsof de tentoonstelling zelf uiteenvalt, niet alleen de vlasindustrie (China, dumpprijzen, synthetische alternatieven). De entropie bevalt me. Het precieze vastleggen van wat verdwijnt heeft zin omdat het verdwijnt. Wanneer alles eeuwig is, vervalt die noodzaak. Iemand kijkt in de toekomst naar resten van dit werk, de foto’s, de films, en denkt: repelen, roten, zwingelen? Hij staat versteld van de omslachtigheid van vlasverwerking. De zuinigheid. Zoals er niets van het vlas verloren gaat – alles wordt gebruikt -, zo gaat niets van het proces verloren. Die moraal, dat ethos, spreekt me aan. – Vlas, Kavel Gz 59-west, Christien Meindertsma