Vivian Gornick gaf vijtien jaar les en ontdekte dat schrijven niet valt te leren, lezen wel. Je kunt altijd vragen, waar gaat het over? Nooit gaat het over een man die een moord pleegt of over een zoon die wegloopt. ‘What happened to the writer is not what matters; what matters is the large sense that the writer is able to make of what happened.’ Daarom kun je schrijven niet leren. Vaardigheden en vakmanschap kunnen gemis daaraan nooit verdoezelen. Waarom schrijft iemand? Wie is hij op papier? Wie schrijft zal uit zijn of haar ‘own boring, agitated self’ de truth speaker tevoorschijn moeten trekken om dat te vertellen. ‘The emotional experience that preoccupies the writer: the insight, the wisdom, the thing one has come to say.’ ‘All he wants is to live decently in his own mind’ (over Confessions of an English Opium-Eater, Thomas de Quincey). Vivian Gornick kwam erachter dat ze alleen les kon geven door verhalen te lezen die ze op het moment dat ze ze las zelf bloednodig had. ‘The inner life is nourished only if it gets what it needs when it needs it.’
De leeslijst van Vivian Gornick
William Hazlitt: On the pleasure of hating
Beryl Markham: West with the night
Virginia Woolf: The death of the moth
James Baldwin: Notes of a native sone
Joan Didion: In bed
Harry Crews: Why I live where I live
Edward Hoagland: The courage of turtles
Seymour Krim: For my brothers and sisters in the failure business
George Orwell: Shooting an elephant
Jean Améry: On Aging
Lynn Darling: For better and worse
Natalie Ginzburg: He and I
Loren Eisely: All the strange hours
Marguerite Duras: The lover
Edmund Gosse: Father and son
Thomas de Quincey: Confessions of an English Opium-Eater