‘Kijk bijvoorbeeld ook uit met het likken van enveloppen en postzegels, ook daar kan suiker inzitten’, staat op een sticky, die niet van het scherm zal vallen, hij kleeft aan de andere kant van het glas, de naam sticky is goed gekozen. Ik kan het bericht niet weggooien, het voelt alsof ik verzamelde kennis weggooi, hoewel niemand nog enveloppen en postzegels likt. Kleine intimiteiten zijn inmiddels vervangen door afstand (plakstrips, mail en messages). Of, om Belcampo te parafraseren, we zijn van snuffeldieren kijkdieren geworden en ik vraag me af of dat een onomkeerbaar proces is. Ik kijk naar de stickies. Het suikerbericht heldert iets op, het functioneert als een Aha in de enorme chaos van handelingen, gevoelens en verlangens die samen een dagelijks leven uitmaken. Ik dacht altijd dat een envelop dichtplakken prettig voelde omdat het een bezigheid was waarmee je iets afrondt, voorgoed opsluit, in je hoofd opruimt. Een symbolische handeling. De suiker verklaart het aangename van de bezigheid, haar verslavende karakter.

»