Je merkt of iemand iets heeft ervaren, de zinnen staan strakker, er wordt geen tijd verloren, je proeft het in elk woord.
Net zoals er een reden nodig is om te lachen (een grap), is er een reden nodig om gelukkig te zijn, die reden moet je zien te vinden, schrijft Viktor E. Frankl.
Een mens zoekt betekenis, geluk vloeit uit vinden ervan voort.
Frankl beschouwt het ervaren van betekenisloosheid niet als symptoom van een ziekte, maar als bewijs van iemands menselijkheid. Het leven is tragisch. Geen zin geen zijn, zegt Lucebert, zegt ze, ze bestudeert de dichters.
Suffering (death, pain, shame) is unavoidable.
Ook kleine doodjes, niet alleen de grote, elke seconde sterft een moment, komt nooit meer terug.
Schaamte verrast me, ze is het gevolg van vrijheid, een mens kan elk moment het slechte kiezen, het ondoordachte, het onhandige, het weinig empathische, het zelfzuchtige, en dus kan hij zich schamen, hij weet beter.
Wat te doen?
Betekenis, een voorwaarde voor geluk, vinden in:
1. creating a work or doing a deed
2. experience something or encountering someone (nature, art, love)
3. (rising above unavoidable) suffering (and by doing so change yourself, growth)
The meaning of life differs from man to man, from day to day and from hour to hour.
Betekenis is niet één ding, ze is dynamisch, potentieel en gemaakt.
Achterin komt het mooiste van zijn boek, het idee dat troost.
‘If you use an opportunity, actualize a potential meaning, realize a value, you rescue it into the past. It is never being undone. […] Into the past you bring your harvest of life, the deeds done, the loves loved, the sufferings gone through with courage and dignity.’
Eén zo’n klein daadje of moment, never being undone.
En dat duizend keer op een dag.
Zie, het roodborstje.