Kitty Kilian schrijft een boek over schrijven. Het is heerlijk, helder. Kort. Geknot.

deel 1. Versimpelen
deel 2. Verbeelden
deel 3. Verrassen
deel 4. Versieren

Uit Versieren, De dreun van de laatste lettergreep (ritme als argument 3)

Obama zei:
Yes, we can.

Niet:
Yes, we’re able.

En
Hier ligt Poot
Hij is dood

Klinkt robuuster dan:
Hier ligt Van het Reve
Hij kon niet langer leven

Of:
Hier ligt Gerrit Komrij
Ik denk dat ik omrij

Waarom?
Omdat in de krachtige zinnen de klemtoon steeds ligt op de laatste lettergreep.

Waarom werkt dat zo?
Al sla je me dood. Maar het werkt.

Smelt in de mond, niet in de hand.
Klinkt meer Bordewijk dan:
Heerlijk, Helder Heineken.

Net zoals
Bint
Onoverkomelijker klinkt dan
Het labyrint der geesten

Dus wil je absoluut klinken, en definitief? Onuitwisbaar, overtuigend, een natuurkracht?

Eindig niet met een tsunami, maar met een golf.
Niet met een hindernis: met een blok.
Niet met spaghetti. Met beton.

[Het werkt ook omdat de zinnen kort zijn, net als de woorden. Er lekt weinig energie. Het is compact, een vuistslag, een directe stoot. Ze blijft niet eindeloos mijmeren en meanderen, opschorten en uitstellen, rondvlinderen en doordartelen, ze slaat toe.]