Een tekortkoming in mijn schrijven is dat ik voortdurend afvraag hoe te schrijven. Ik raak niet in een flow. Wanneer ik opkijk is het niet vijf uur later. Dat is geen leven. Voortdurend afvragen hoe. Waarom die methode toepassen bij schrijven?
Several short sentences about writing is mijn favoriete schrijfboek omdat het vertelt dat flow niet bestaat. Schrijven is niet natuurlijk. Redactie vindt niet achteraf plaats, na het schrijven, maar voortdurend, tijdens – je kiest een woord, je verplaatst een woord, je verandert een woord, je gebruikt bepaalde woorden niet.
Kortom, het verlost van mythes.
Het creëert een nieuwe.
Schrijven is zinnen maken (ritme is belangrijk, het enige dat telt).
Schrijven is vooral niet schrijven (als het belangrijk is onthoud je het). Schrijven is woorden proeven in je mond. En, belangrijk, schrijven is getuigen, niet overtuigen (je bent geen advocaat).
Je hoeft je slechts druk te maken om één ding: zinnen maken. The subject is there only by the grace of the author’s language. Taal. De zin. Iets anders bestaat niet op papier.
Verlyn Klinkenborgs proza is afgekloven, impliciet. Hij beweert (= toont, door het te doen) dat voegwoorden niet nodig zijn (slechts heel af en toe), dat je overgangen moet weglaten, dat lange zinnen mogen, zodra je korte beheerst.
Het boek is geschreven in die korte zinnen, ik lees het, en raak in trance. Dit boek zegt niet alleen iets over hoe ik wil schrijven, het zegt iets over hoe ik wil leven: precies, met aandacht. In een schrijfroes zal ik niet raken. Ik ben verlost van die illusie.
Wie schrijft hoeft zich slechts om één ding druk te maken: zinnen maken. The subject is there.
Several short sentences about writing, Verlyn Klinkenborg