Ze wist dat sapiens zelfzuchtige genen heeft en zelfloze.
Ze wist dat sapiens hebberig is en opofferingsgezind (= hebberig op een andere schaal).
Ze wist dat het zelfzuchtig is om te willen reproduceren, om willens en wetens de planeet verder uit te putten – als menselijke soort.
Ze wist dat sapiens een gedomesticeerde diersoort is die in jungle of op de savanne geen dag zou overleven – net zoals de huiskat.
Dat sapiens meer kans heeft om van teveel eten te sterven dan van te weinig, van ouderdom dan aan besmettelijke ziekten, door zelfdoding dan door geweld.
Ze wist dat sapiens hooguit vier gemiste avondmaaltijden verwijderd is van een burgeroorlog.
Ze wist dat ze de afwas zou doen voor een nieuw iemand, niet voor een grote groep onbekende iemanden die een blijk van liefde nodig hadden.