Eén tak vergeten te snoeien, de tak hangt gebogen boven de grond, kust de tegels, bijna, al is in rozenstruiktermen tien centimeter een enorme kloof tussen de dingen. Aan die ene tak hangen zes bloemen, samengeklonterd, een boeket.
Ik wist niet dat rozen zo zijn, voordat ik ze in het wild tegenkwam, achter mijn huis, ik kende rozen enkel van de kweker, kaarsrecht, langs een lineaal uitgesneden, één bloem, hoog op één steel, ballerina’s (iemand trekt elke avond aan hun knot).
De struik is kaal, het is december, winter is coming. De bloemen zijn dieper roze dan ooit, alle kleur is in die zes knoppen gaan zitten. Het eerste dat de kat elke ochtend doet is die rozen likken. Ze negeert haar bakje water, binnen.
Ze steekt haar tong tussen de bloembladen, knijpt haar ogen dicht, wurmt zich verder, schudt haar ene pootje – kan niet tegen nat – haar kop verdrinkt in het roze, ze drinkt rozenwater.
Zou een mooi filmpje zijn voor youtube, ware het niet ik inmiddels teleurgesteld ben in youtube. Google heeft haar tracking niet op orde, ze schotelt me bij elk filmpje voortdurend reclame voor depressie-zelftesten voor.
Ik sta elke ochtend blij op, ik kijk tevreden naar buiten. De kat likt de druppels van het blad.