Op de dag dat zijn vrouw was overleden, zagen voorbijgangers de meester op de onderkant van een badkuip kloppen en zingen. Omdat ze het hoogst ongepast vonden, spoorden ze hem aan om te treuren en te rouwen. Chuang Tzu gaf onmiddellijk toe dat het ongepast was. En zei: Toen ze net dood was, treurde ik ook, evenals iedereen. Maar opeens dacht ik terug aan het moment dat ze geboren werd, en nog verder, toen ze geconcipieerd werd, en nog verder, aan de adem of wind van haar leven, en nog verder… Nu ligt ze gerust in haar kamer en is ze teruggekeerd in de orde der dingen. Als ik zou huilen, dan zou het lijken alsof ik er niets van begreep. – Patricia de Martelaere
[Ze houdt van koude kunst, zegt ze, woorden of schilderijen of beelden die de orde der dingen oproepen, onrustwekkend, niet leuk meer, voorbij deprimerend, voorbij gevoel. Kunst die ons een vermoeden geeft van de volkomen ongrijpbare wereld van leven, dood en verandering. Alles is al geschreven, je hoeft zelf niks te schrijven, alleen op te letten, plagiaat te plegen op de werkelijkheid, zegt ze.]