Wat bij me blijft, wat ik wil bewaren. Ik ben iemand, omdat ik iemand word. Ik heb iets in me, omdat ik het zelf heb verzameld. Ik zie iets, omdat ik wil zien. Ik leer, omdat ik een inspanning lever: iets kan altijd anders dan ik het kan. Ik maak iets van het leven, als ik iets maak (ik dacht even – seconde – dat er stond ‘omdat’). De wereld is niet doods, ik kan hem elk moment bezielen. Ik ben zelf verantwoordelijk voor de kans op geluk. Slotalinea: ‘Als u zich leeg voelt: stop er wat in. Als u uzelf wilt vinden, neem een ander in u op. Er staan hele bibliotheken voor u klaar. Concertzalen kijken hunkerend uit naar uw bezoek, de musea staan wagenwijd open. De theaters trappen van ongeduld. En, voor ik het vergeet, misschien zit er in uw tuin of in het parkje om de hoek een rugstreeppad op u te wachten.’ Ik hoop dat je je afvraagt hoe dat zit met die rugstreeppad. – Hoe word ik gelukkig? Een zelfhulpboek, Guus Kuijer