1. gespleten
2. botst tegen wereld
3. doet onverwachte dingen, gekweld door niet te achterhalen geheim (onberekenbaar)
4. hoeft niet aardig te zijn
5. wat je over hem zegt is verhevigd (uiterlijke en innerlijke tegenstellingen)
6. is echt en onecht
7. weet dat hij fictie is, is zich bewust van iets wat hij niet weet
8. gelooft dat hij bestaat
9. verbindt zich met andere personages en zet zich tegen hen af (interactie)
10. kan rekenen op belangstelling van de schrijver…
11. …die doordrongen is van het feit dat zijn acties belangrijk zijn
12. wordt met subtiliteit neergezet
13. is monomaan (centraal verlangen)
14. is vastberaden zichzelf te zijn
– uit James Wood, Hoe fictie werkt (in Het schrijven van een roman)
[Als ik dit lijstje bestudeer moet ik constateren dat we romanpersonages zijn in elkaars leven (gespleten, verhevigd, botsen, doen onverwachte dingen, geloven dat we bestaan, interactie, maken anderen belangrijk in ons leven, vinden hem of haar leuk).]