Mijn ideale mens heeft geen lichaam, net als een boek. Hij schrijft. Hij legt niet alles uit. Hij laat iets van de wereld zien. Hij gaat ervan uit dat ik tussen de regels lees, the drift catch, the dots connect. Hij hoopt, nee, hij wéét dat ik waarheid herken (classic style). Als iedereen schreef, zouden we iemand kunnen lezen of niet lezen, aan het einde van een vermoeiende dag, als het ons uitkomt. Helaas zijn we on speaking terms met iemand, niet on writing terms – behalve misschien met iemand die schrijft.
Writing and reading decrease our sense of isolation. They deepen and widen and expand our sense of life: they feed the soul. When writers make us shake our heads with the exactness of their prose and their truths, and even make us laugh about ourselves or life, our buoyancy is restored. We are given a shot at dancing with, or at least clapping along with, the absurdity of life, instead of being squashed by it over and over again. It’s like singing on a boat during a terrible storm at sea. You can’t stop the raging storm, but singing can change the hearts and spirits of the people who are together on that ship. (Anne Lamotte)
(bij het lezen van Steven Pinker’s The sense of style)