Niet doen is altijd een optie, zegt de schrijver, op televisie, waar hij is gaan zitten. Hij trekt onmiddellijk mijn aandacht, hij is op zondagochtend in de auto gestapt, heeft zijn kleding rechtgetrokken, zijn kin gescheerd. Zijn boek ligt op tafel.

Niet doen, of niets doen, is moeilijk omdat anderen wel doen. Voortdurend gebeurt vanalles waarvan het meeste je niet aanstaat – wereld vol strijd, conflict, onenigheid. Toch bestaat volgens de schrijver juist daarin vrijheid: kwaad kunnen doen, leed kunnen veroorzaken.

Niet doen, afzien van die vrijheid, is geen gek idee. De mens is er niet goed in. Hij wil handelen. Hij is hoogmoedig. Zijn onrust is zijn tragedie. Niet doen, of niets doen, het lot durven dragen, vergt moed, fatalisme.

Ik zou willen dat er interviews bestonden met interviewers die in een interview de geïnterviewde niet steeds onderbreken (‘niet doen’). Wat ik zou willen is waarschijnlijk enkel het boek. – De fatale staat, Paul Frissen

«