Het mooie van literatuur is dat ze de wereld verkleint, ze is precies.
Ze reduceert de immense chaos, het ‘alles tegelijk’, tot een overzichtelijk wandelpaadje.
Een boek sluit me af van de werkelijkheid.
Letters vormen een schild om niet te hoeven, niet geconfronteerd te worden met mensen van vlees en bloed, die stinken en het bloed onder mijn nagels vandaan halen, die lekker ruiken en het bloed door mijn aderen doen stromen waarna ik tintel.
Het is ontzettend makkelijk om me goed te voelen met een boek.
Er is totaal geen weerstand. Lezen verdooft.
Lezen vraagt helemaal niks van me. Geen offer.