Ik stuur studenten niet graag naar de tentamenzalen van IWO, Amsterdam-Zuidoost. Ik kom niet graag op die plek, vooral ‘s avonds niet. Het gebouw is kaal, het trappenhuis verlaten, de gangen, uitgesleten, afgetrapt. Verduisterde zaal, geblindeerde ramen. Een zee vol stoelen, tafels. Spookachtig. Studenten hebben de eerder die dag beschikbare zuurstof opgesnoven tot er niks meer over is, nerveus tikkend met hun linkervoet.
Vol ongeloof kijken mijn collega en ik elkaar aan. We zijn niet alleen. Op hetzelfde moment vindt nog een tentamen plaats. We hernemen ons. Voorovergebogen fluistert ze instructies in de microfoon, probeert zo min mogelijk woorden zo zacht mogelijk te laten vallen, hen die al gestart zijn niet te storen. ‘Sneeuw. Het wachtwoord is sneeuw,’ zegt ze op gedempte toon tegen de helft van de aanwezigen.