Eén van de grote kwaliteiten van huisdieren is dat ze zwijgen. Je houdt ze gevangen, je aait ze, ze zwijgen, ze stemmen toe, al is niet helemaal duidelijk waarin. Ik ken iemand van wie de poezen geen naam hebben. Ze wonen éénhoog in de stad. Twee zusjes met spookgezichtjes die enthousiast achter speelgoedmuizen rennen, niet alle katten kunnen dat. De twee zaten in een vensterbank van een huizenblok toen ik ze voor het eerst zag. Als ze zouden vallen was er geen naam voor op de grafzerkjes. Is dat als ik er niet ben nog zo? dacht ik toen ik de deur achter me dichttrok, of passen naamloze katten bij een bepaalde theatraliteit die het leven aantrekkelijk maakt, waarom je graag in iemands nabijheid verkeert: vandaag de Neus en de Kleine, morgen anders – ongeacht hoe je ze noemt zullen ze op bed liggen en onder de dekens, jij gaat daar niet over. Degene die de kat aait moet de naam van de kat verdienen. In één van de eerste hoofdstukken van Ayn Rand and the world she made lees ik dat de katten in het gezin waarin Alissa Zinovievna Rosenbaum opgroeit – Rusland, begin twintigste eeuw – zijn vernoemd naar Amerikaanse steden en staten. Welke wordt niet genoemd – een biografie vertelt altijd teveel en te weinig. Ik denk Buffalo en Arizona, mooie kattennamen. Een halve eeuw later poseert Ayn Rand voor de Federal Reserve Bank in New York met een gigantisch gouden dollarteken op haar borst. Dat dollarteken is belangrijk: er zijn meerdere foto’s van Ayn Rand met die broche. Madeleine Albright (Read my pins – the Madeleine Albright collection) en Neelie Kroes (vraagteken) dragen ook zulke enorme broches – op de borst gespeld vormen juwelen een aantrekkelijke vorm van indirecte communicatie, van oudsher het terrein van vrouwen. The fountainhead, Atlas shrugged. Russische kat, American dream. Ayn Rand heeft de naam van haar katten ingelost.

»