Het woord ‘narcis’ is niet afkomstig van de jongeman die de dood vond door in zijn ijdelheid te proberen zijn weerspiegeling in het kristalheldere water te omhelzen, maar van het Griekse narkao (‘bedwelmen’), al ging Narcissus uiteraard, bedwelmd door zijn eigen schoonheid, door die omhelzing zijn dood tegemoet. Plinius zegt: ‘Narce Narcissum dictum non a fabuloso puero’: de narcis werd genoemd naar narkē, niet naar de jongen uit de fabel. Socrates noemde de plant ‘kroon van de infernale goden’, want de bollen verdoven, als ze worden gegeten, het zenuwstelsel. Misschien hadden de Romeinse soldaten hem wel om die reden bij zich (en niet vanwege de geneeskrachtige eigenschappen), zoals Amerikaanse soldaten in Vietnam marihuana rookten. Dat bracht me op het idee Matthew Lewis te bellen, de portretfotograaf, en hem te vragen of hij een foto wilde nemen van een jongeman met een narcis in zijn hand. Vorig jaar maakte hij een prachtig portret van een knappe Italiaan die, met ontbloot bovenlijf, een citroen vasthoudt, waarvan hij het sap gebruikt om de heroïne op te lossen waarmee hij zich gaat inspuiten. Narcissus, narcotica, in jezelf opgaan: je bedwelmd terugtrekken in jezelf.

titel: aantekeningen uit een tuin aan de rand van het bestaan
stem: derek jarman
perspectief: Nadat hij in 1986 met hiv werd gediagnosticeerd, koopt de Britse filmmaker en schrijver Derek Jarman (1942-1994) een stuk land met een houten huisje aan de kust van Kent. De houten muren schildert hij pikzwart, de felgele kozijnen laat hij intact, en in de kiezels rond het huis onder de rook van de kerncentrale van Dungeness begint hij aan zijn droomtuin. Hij begint een dagboek.
bron: moderne natuur (2024), vertaling henny corver & nico groen
mopw: meerstemmige encyclopedie