Wie ondergeschiktheid kiest, verandert om zich daarin te kunnen schikken.

De hond legde zijn lot in handen van de mens.

[…]

De hond heeft zijn lekkere leventje duur moeten betalen. Domesticatie heeft zijn zintuigen verzwakt. Wolven zijn fel, bang en gestrest; honden zijn kalm, gehoorzaam en meestal zorgeloos. Huisdieren zijn een parodie op hun wilde versie. Het angstaanjagende van een wolf is vele malen verdund. Zijn gespitste oren zijn gaan hangen en hij hoort veel minder scherp. Zijn scherpe zicht wordt vertroebeld door een franje van haar en hij kan zijn tegenstander niet langer met zijn blik tot onderworpenheid dwingen. Zijn wolvenstaart, waarmee hij woede of blijdschap uitdrukt, is bij veel rassen zo gekruld dat hij geen enkele boodschap meer kan overbrengen. Bij de meeste honden is de vacht te lang om nog in woede overeind te gaan staan. Al deze dingen zijn het gevolg van de onbewuste voorkeur van de mens voor een dier dat zijn plaats weet.

[…]

Veel eigenschappen van de hedendaagse hond zijn het resultaat van de voorkeur van de mens voor jongen boven volwassenen. De hersenen van een hond ter grootte van een wolf zijn kleiner dan die van een drie maanden oude wolf. Het huisdier gedraagt zich als een jeugdige versie van zijn voorouder. Hij hangt rond in afwachting van zijn maaltijd en likt de hand die hem voedt, zoals een wolvenjong de snuit van zijn moeder likt om haar over te halen vlees op te braken.

[…]

De mate waarin een hond volwassen mag worden, hangt af van de behoefte van zijn eigenaar. Wil deze alleen genegenheid of verlangt hij meer? – Als een walvis, Darwin voor de 21e eeuw, Steve Jones (vertaling: Carla Benink)