Hoe ziet leven eruit zonder brein – zonder gevoelens, zonder gedachten, zonder zenuwstelsel? De zakpijp laat zijn brein als het volwassen is atrofiëren, hij eet het op en wordt een plant, een muurbloempje.
Ellie Miedema schrijft,
‘Het zou wel eens zo kunnen zijn: zonder bewegend lichaam geen geest. Waarom zijn die twee eigenlijk zo onlosmakelijk met elkaar verbonden? Wie het raadsel wil doorgronden moet zoeken naar de evolutionaire betekenis van die verbintenis. Dat die betekenis er is, valt te illustreren aan de hand van de wonderbaarlijke lotgevallen van de zakpijp.
De zakpijp is een dier dat verdacht veel weg heeft van een plant. Zakpijpen zijn waterfilteraars. Ze zitten vast op een plek en wachten rustig tot er voedsel voorbij komt drijven. Met de bovenste opening zuigt de zakpijp water naar binnen, dat vervolgens in de kieuwkorf van deeltjes plankton wordt ontdaan. Vervolgens verlaat het gezeefde water via de zij-ingang weer het lichaam.
Zakpijpen hebben geen zenuwstelsel van enige betekenis. Gek genoeg is dat bij de geboorte nog anders, een larve wordt geboren met een brein van zo’n driehonderd neuronen – niet bepaald indrukwekkend veel, maar toch. Na de geboorte heeft de zakpijp twaalf uur de tijd om een plekje in het koraal te vinden, wanneer dat niet lukt, volgt een onvermijdelijke dood. Als het wël lukt, gebeurt er iets bijzonders: de zakpijp gaat, wanneer die zijn vaste plek eenmaal gevonden heeft, direct het eigen brein opeten. Alleen de hersenstructuren die nodig zijn om voedsel te filteren, blijven over. Het overleven is nu veilig gesteld, er hoeft niet meer gereisd te worden en waar heb je dan nog een brein voor nodig? Weg met die ballast.
Wel eens een plant met een brein gezien?
Alleen bewegende wezens zijn de trotse bezitters van hersenen. Het kunnen bewegen is altijd essentieel geweest voor het voortbestaan. Je hebt hersens nodig om te weten waar voedsel te vinden is, en om te onthouden waar je het de vorige keer hebt gevonden. Je hebt ook hersens nodig om je uit de voeten te kunnen bij dreigende gevaren, om je te verstoppen wanneer een roofdier zijn zinnen op jou heeft gezet.’