As a writer you want to kind of do something that irritates the reader. Perfection is not interesting. Imperfection draws people in.
Ik raakte bedwelmd, kon de oortjes nauwelijks uitdoen (overweeg inmiddels de snoerloze waardoor je er uitziet als een insect, om niet achter mijn fietsstuur te blijven haken), tussen de lessen door ging ik op de wc zitten zodat ik er ongestoord nog een kon luisteren, een podcast van Malcolm Gladwell, ik eindigde de lessen liefst een kwartier eerder en stond dan twaalf minuten op de pont onder de meeuwen, in de grijze nevel, terwijl zijn stem me begeleidde over het water.
Een denkend, vertellend, argumenterend hoofd, zeker, Gladwells verhalen zijn vrijwel altijd gebaseerd rond een dwingend, structurerend idee, maar juist de personages die hij opvoert en zijn fascinatie voor hen staan me bij. Hij zoekt ze op, interviewt ze, laat ze terugkijken op hun leven. Je hoort ze falen, mislukken, overwinnen, berusten. Misschien niet verrassend dat Gladwell in de eerste minuut van zijn masterclass begint over het belang van poppetjes in nonfictie.
Het draait natuurlijk om het menselijk falen en doorzetten en mislukken en overwinnen ondanks anderen, ondanks alles, in het aangezicht van anderen:
The act of writing about others is not a trivial act. It’s not entertainment. It’s not a distraction. You don’t read nonfiction for the same reason that you chew gum or watch the Kardashians on television. You read it because you’re in search of something powerful and fundamental about what it means to be a better person.
Hij beschouwt lezen en schrijven een calling, ‘an activity that has a higher purpose’. Spreekt de student in de eerste les direct aan op zielsniveau, appelleert aan het hogere, dat ziet hij goed.
Hij zegt ook dat een schrijver informatie achter moet houden, dus ik ben op mijn hoede.
Make promises you don’t keep, zegt hij.
Don’t complete the puzzle.