[Over DBC Pierres ‘krakende kloof tussen conceptueel ideaal (wat we besluiten dat iets is of moet zijn) en existentiële chaos (wat is en gebeurt)’ in Release the bats.]
Je kunt zwelgen in gevoel.
Gevoel uitspelen.
Blijven hangen in het gevoel dat de kloof tussen wat is en wat je zou willen dat is oproept. Je kunt poppetjes laten botsen, ook als het poppetje in je zit, je eigen demon.
Van populieren houd ik niet, net pinguins die hun armen maar wat laten hangen, zegt ze. Ze reiken niet breed als een beuk, groeien niet machtig en krachtig. Ze staan daar maar zo’n beetje op een dijk – en daarom houd ik van haar blik. Inderdaad een rij pinguins.
Dan houdt ze wel van populieren want ze ruisen als de zee. Niet ritselen, niet ratelen, maar ruisen. Geduld is een grace, geen deugd, geen voortreffelijkheid. Er is meer voor nodig dan louter wilskracht om elegant te reageren op ‘wat is’.
Literatuur perst gevoelens samen tot actie, tot een diamant. Geïrriteerd of vanuit een sluimerend of brandend verlangen reageren maakt drama van het leven.
Op de kermis zijn botsautootjes niet mijn favoriet. De zweefmolen ook niet, te sterke centrifugaalkrachten. Ik had vroeger vaker in die botstautootjes moeten gaan zitten, denk ik nu, niet naar de snoepkraan, niet naar de grijpkraan die prijzen probeert op te hengelen.
Er is werkelijkheid en er is het verhaal dat we erover vertellen, en tussen die twee gaapt een kloof, a gap between values, zegt DBC Pierre. Ik wil die kloof zo snel mogelijk dichten, als de scheuren in mijn huis waar muizen door kunnen. Winter is coming.
Het verhaal strekt zich naar alle kanten uit, als takken die alle ruimte pakken die er is, ogenschijnlijk grillig. Dag na dag de wormen in de pot observeren, ze bladeren kool en ui serveren, zoals Darwin deed.
Als lucht evenzeer voedingsbodem is als grond, als je van beide iets kan maken, zoals een boom kan (van licht en donker, van hemel en aarde) is de kloof niet willen dichten de kunst.
[bij het opruimen van mijn computer, de jaarlijkse zomerschoonmaak]