Ik ben nu meer dan drie weken bij ze. Ik heb ze nog nooit zien springen, behalve Dario, als hij door de ruimte ballerinaat. Ik heb nog niemand in de lucht getild zien worden, wel de grond in geduwd, de arm uit de schouder gedraaid, voortgesleept over de vloer, kop van romp, stof happen. Theater! Theater! Men doet de stunts zelf, dat wil zeggen, men sleept zichzelf voort over de vloer. Ik heb nog geen uitgedraaide voeten gezien, behalve bij Dario’s balletles. Ik heb schoenen gezien, zilverkleurig, met hoge hakken. Ik vermoed een schoenfetish. Ik heb naakte voeten gezien – strikt functioneel – en naakte lichamen, op onderbroekendag, ze stapten als paarden in het rond, terwijl Ann houdingen corrigeerde, vroeg om lange benen, contact met de vloer, heupen recht duwde, bekkens naar voren. Stevig lopen, stevig rennen, niet dat getrippel, volledige ruimte gebruiken, ook achterwaarts. De pedagoog die Ann Van den Broek ook is beschouwt het ongetwijfeld als een overwinning als men op 1 december in staat is goed te stappen. Of, basaler, als men goed staat. Ze heeft een hekel aan lichamen die maar wat losjes hangen, in de richting van publiek. Een Lichaam Staat. Met een bepaalde intentie. Een bepaalde blik. Een bepaalde ademhaling. Als ze dit tegen me vertelt voel ik de druk. Naar wie moet men straks kijken als er negen (!) gedisciplineerde lijven staan.
repetitie- en maakproces LIstEn & See [LIES], Ann Van den Broek & Marcus Azzini