Merlijn Twaalfhoven zet aan het denken. In Kunst in de wereld betoogt hij dat een kunstenaar moet willen communiceren. Een kunstenaar kan nog zo’n briljante glasslijper zijn, als hij vergeet het glas in de zon te houden is het werk voor niets geweest. Een kunstwerk gaat pas schitteren in een omgeving, als er licht op valt en iemand kijkt. Kunst in de wereld dus, niet in een apart hokje.
Galeries en musea maken kunst onschadelijk omdat je weet dat je naar kunst kijkt. Een bordje bij het werk, tekst op de muur, neemt je bij de hand. Dat heeft als voordeel dat je het kunstwerk weliswaar begrijpt, maar je zult nooit ten prooi vallen aan innerlijke tweestrijd, subtiele verwarring, verwondering. Dat is jammer. Want: als er geen bordje bij staat, kijk je dan nog wel?
‘Kunst in de wereld is anders dan kunst in een kunstsetting. Niet alleen door de inhoud, de plek en de deelnemers, maar ook omdat het publiek in de wereld iets anders doet dan in een galerie of theater. De code in een galerie of theater is vooral: kijken. (En dan voelen of denken.) In het echte leven is het complexer. Je doet iets, kijkt, maar reageert ook. (En je voelt en denkt wellicht ook, maar lang niet bij alles, dat zou te vermoeiend zijn.)’
Twaalfhoven bespreekt in Kunst in de wereld enkele kunstwerken, bijvoorbeeld The Cosmopolitan Chicken van Koen Vanmechelen en Dead Soldier van Mark McGowan. ‘Mark McGowan ging op straat liggen, verkleed als soldaat. Hij gaf geen toelichting en het publiek was vrij er alles van te denken. Het maakte veel discussie los (met name toen journalisten bekendmaakten dat hij er £ 4000,- ‘public money’ voor ontving). Hij werd door de politie gelast een bordje te plaatsen met ‘art performance’. […] Is een kunstwerk mislukt als het publiek per ongeluk niet weet dat het kunst is? Of wordt het werk door de aanduiding ‘this is an art performance’ juist ontmaskerd en van al zijn kracht ontdaan?’
Je kunt doorlopen bij de man die op de grond ligt. Verwarring dwingt tot een morele keuze. Tot gedrag. Is dit boek dan een pleidooi voor het opheffen van kunstruimtes, musea, concertzalen, waar altijd bordjes hangen, waar je weet waar je naar kijkt, waar je vrijblijvend verkeert? Soms heb je rust nodig om te kijken, stilte om te luisteren, geen ontsnappingsmogelijkheid.