Laat dichters woordenboeken en encyclopedieën vullen in plaats van ijverige wikipedianen. Een dichter wantrouwt de woorden net zo goed – morgen betekenen ze wat anders – maar men wroet niet in elkaars tekst, er is geen laatste woord, geen democratisch gelijk aan een zijde. Alle gedichten mogen vredig naast elkaar bestaan.
Bed – hier heeft slaap zijn vierkante meter.
Industrieterrein – een plek ‘niet bedoeld om er te zijn, als je er niet hoeft te zijn / niet bedoeld om er te wandelen op zondag.’
Kameleon – klein leeuwtje met kleurverveling.
Gedicht – een paar woorden die even bij elkaar willen horen.
Sneeuwslaper – iemand die voor de televisie in slaap is gevallen.
– Herman de Coninck, Tjitske Jansen, Dick Hillenius, Rutger Kopland, Marlene van Niekerk