Er is een nieuw tijdperk van materialisme aangebroken. Maar dit keer zijn wij het materiaal, we zien onszelf als materiaal. Jezelf verbeteren, dat betekende vroeger: Een nieuwe taal leren of je woordenschat vergroten. Nu is het naar de fitness gaan. Het is – inderdaad – een religie geworden. Maar je moet nooit teveel in je lichaam investeren, want ‘t laat je toch in de steek. Het is een heel kwetsbare kerk. Even niet opletten als je de straat oversteekt en daar gaat je tempeltje. Bovendien: je tempel stort toch in elkaar. Tegen ouderdom is geen remedie. We zijn enorm oppervlakkig geworden. Het is zo’n griezelig bekrompen opvatting van wat het betekent om mens te zijn. Want als het lichaam ons grote project is, zijn we dus niet meer bezig met ons karakter. Daar is geen onderscheid meer tussen. Er zijn veel mensen die al hun vrije tijd uitsluitend besteden aan het verbeteren van dat ‘object’. Zo zijn we allemaal beeldhouwers van ons eigen lichaam. Dat proberen we zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Maar wat bereik je daarmee?

Lionel Shriver, die om de dag 15km hardloopt, ontbijt met een kop koffie en pas rond middernacht iets eet, in Wim Brands’ VPRO-Boeken op reis (web)

«