Ieder is zijn eigen broer.
Ze denkt dat de zin refereert aan ‘ben ik mijn broeders hoeder?’ een vraag waarop niet echt een antwoord wordt verwacht. De eerste mens, de zoon van Adam en Eva, was een moordenaar. We bladeren door Hanlo. In wit zweeft deze zin, bovenaan een lege pagina. Iemand heeft de dikke dundruk van Jan Hanlo laten vallen en het boek viel open op pagina 617. Daar zweeft die ene zin op een leeg vel. De essaywedstrijd is geopend. The teacher raadt Het boek van Job aan. Symboliek en mooie zinnen: er is geen waarom, ratio is een malend hamsterrad, er valt niets te begrijpen.