Vuur was vanaf het moment dat de mens het leerde te beheersen behalve een zegen ook een zorg en vloek. Het moest blijven branden. Ooit was het de heilige plicht voor de meester van een huis om het dag en nacht te onderhouden. Elke avond werden kooltjes met as bedekt zodat ze niet geheel op zouden branden. ‘s Ochtends werd het opgerakeld. Wee het huis waar het uit zou doven. Wee de persoon voor wie hetzelfde geldt, die noemen we uitgeblust.
Foster Dad John heeft twee nieuwe katten. Smooch is vier jaar, ze mist stukken oor door de bijtende Amerikaanse zon (huidkanker), misschien moeten de oren eraf. Smudge is tien weken. De twee zijn gevonden in een veld, sneeuwwit, in hun blanke pracht een belediging voor al wat kleurrijk wil zijn. Smooch ligt met de rug naar het scherm, Smudge buiten beeld, ze hebben nog niet geleerd om voor de camera te slapen.
Zelda May: First time I have seen cats that don’t know how to play.
JerseyCat: Zelda — It’s sad but John will teach them.
Lloriette<23>: Zelda, Ive seen it before but yeah they’ll learn.
Bet (NY State): Is she completely white? Unusual to see an all white cat.
JerseyCat: She has orange on her tail and heels.
De webcam is opgepord, het streamen alweer 12 uur bezig, het sprokkelen van nieuw beeld begonnen. Altijd houdt iemand de wacht. Wat is gebeurd wordt fluisterend doorgegeven aan nieuwelingen. ‘Smooch fell for John within 2 minutes of being in the room. New record for a mama to fall in love with him. Laid down next to him and was head bonking him.’ Het eerste verhaal was ongetwijfeld een ooggetuigeverslag.
uit J. Goudsblom. Vuur en beschaving. Foster Dad John. Livestream.