In Sterk water, een novelle uit 1987 van Koos van Zomeren, steken twee broers in de bergen een sneeuwveld over. Dan volgt iets aardigs over schrijven. ‘Bruno, de schrijver, knielt neer, graait een handvol sneeuw bijeen en kneedt er een bal van. ‘Hier,’ zegt hij, ‘dit is een verhaal, dit ziet er logisch uit, dit heeft samenhang, hiermee kun je iemand tegen zijn hoofd gooien. Maar nu moet je eens kijken hoeveel sneeuw er blijft liggen.’ Zo is het. Wat je schrijft moet alles wat je had kunnen schrijven aan het oog onttrekken. Als een geschreven zin een lawine van ongeschreven zinnen losmaakt ben je reddeloos verloren.’ – Een jaar in scherven, Koos van Zomeren