Zoals sommige planten zich naar de zon draaien, een wet gehoorzamen, met haar meebewegen gedurende de dag, cirkel ik om haar heen. Loop de trap af. En dan weer eens op, waar ze in bed ligt te lezen.
Ik kom het woord heliotroop tegen in An Odyssey (Daniel Mendelsohn), een prachtig boek omdat het precies is. De schrijver tilt elk woord één voor één op, alsof hij op een strand loopt en elke aangespoelde schelp zorgvuldig van alle kanten bekijkt voordat hij haar in zijn zak steekt.
Mijn wezen is onderworpen aan krachten sterker dan ikzelf. Die krachten werken ook op afstand. Ik kan me nauwelijks losrukken van haar glimlach.
Als ik eerlijk ben, voelt warmte op mijn rug behaaglijker dan recht van voren. Ik ben even apotroop als heliotroop, als dat woord bestaat, ik wend me af, keer mijn rug naar de zon, bedek mijn armen, vind het heerlijk als ze tegen me aankruipt.
De apotroop wisselt de heliotroop af.
We zijn kwetsbare wezens. De zon is te fel voor onze kale ruggen, onze onbeschermde ogen.
Tom Wolfe. The kingdom of speech. Het haarloze lichaam beschermt de mens niet. Zijn kale rug bezorgt hem last van wind, kou en regen. Hij is niet waterbestendig, regen rolt niet van hem af. Hij heeft geen beschermend vel, geen schuttende vacht. Hij gebruikt dierenvellen en wat hij verder maar kan verzinnen om zijn rug bedekt te houden.
Ik denk dat liefde hier iets mee te maken heeft, we moeten haar verdund tot ons nemen. Liefde is zowel zon als dierenvel.
De precisie van de schrijver drijft me tot zijn boek en terug naar het boek: het is een verschil of je een reis een voyage, een journey, travel of een odyssee noemt. Het maakt verschil voor het verhaal dat je vertelt. Het verhaal is een voyage, een journey, een travel of een odyssee.
Ik houd van precisie omdat er dan méér van iets is.