Song Dong toont de 10.000 duizend dingen van zijn moeder in een museum. Het is alsof je door een stoffige IKEA loopt, je kunt nergens afsnijden. Je moet langs de spullen. Ik benijd kunstenaars hierom.
Song Dong schrijft met water op steen, een performance waarbij het erom gaat dat niets overblijft, maar die wel geregistreerd wordt. Het is een les die beklijft: mensen zeggen wat, mensen doen wat, sometimes the twain shall meet.
Wie is ook weer die kunstenaar die een stoeptegel nathield? ‘Ik hield een stoeptegel nat, met een klein Chinees penseeltje dat dient om te kalligraferen. Een hele werkdag lang. Het was warm en droog. Ik had dus veel werk.’ Guy Rombouts. Dat was op 17 juni 1979.
Ongemak laat zich makkelijk wegduwen. Er valt niets te begrijpen. Zoek in alles het belachelijke, je zal het vinden. Jules Renard.