‘Alle bladeren moeten weg,’ zegt ze. ‘Nu meteen.’ Ze kijkt op van het scherm, trekt laarzen aan, zet een muts op. ‘Het gras gaat voor onze ogen dood’. Het gazon, een paar maanden geleden nog heerlijk lush, is veranderd in een natte wei vol kale plekken. Ik til een blaadje op. Het is geel, niet groen, daaronder, en modderachtig. Als ze met blote handen voorzichtig het gazon harkt, kleven slierten gras aan haar vingers, als plukken haar na chemotherapie. Ooit las ik dat vogels en egels van een rommelige tuin houden, en dat je blad zo veel mogelijk moet laten liggen, maar dat is venijnige informatie vanuit gras bezien. Gras, zelf blad, kan slecht tegen ander blad. Wil licht. Zonder licht sterft alles. In een bos zie je zelden gras.

»