[…] mijn hemel, ben jij het? / Ben jij het goede dat ik zoek?

Ze stuurt een link naar een documentaire met Hannah van Binsbergen, wat leidt tot geklik, gedicht, luisteren tijdens koken.
‘Ze doet me aan jou denken,’ zegt ze. ‘Ik vind haar ontroerend eerlijk over dat ze echt een beetje gek werd in noord omdat ze zo alleen was, en dat ze als kind zo snel mogelijk groot wilde zijn omdat ze kind zijn stom vond maar dat ze toen ze groot was er nog steeds niks aan vond en toen pas echt depressief werd.’ Mij treft wat de dichter zegt over het schrijfproces. Dagen en dagen en dagen, en dan één zin. Maanden en maanden, een gedicht.

***

WAAR HET BLOEIT EN BLIJFT BLOEIEN
O scharen dringt op, overstroomt de wereld
brengt ons uw lijven, brengt ons uwe hoofden
brengt ons uw vuisten, wij dorsten naar u
wij dorsten naar uw schoonheid, naar uw schoonheid.
– Herman Gorter

1. Je leest als bezeten tot je zelf met een zin komt en aarzelt niet die boven je blad te zetten als de bloem die voortkomt uit je reizen. Zou er een slagveld zijn waar ik me werkelijk thuis zou kunnen voelen? Het ligt in de mond als een woord. De vraag die elke dag weergalmt in ondergrondse ruimten die soms gisteren en soms vandaag genoemd zijn maar altijd met de plechtigheid die het verleden zo fantastisch vond.
Ik heb mijn enthousiasme voor de toekomst niet verloren.
Ik heb serieus het idee dat dit waar is.
Is er iemand die je laat beseffen dat je niet begrijpt wat ruimte is?
Is er iemand, nu of in de toekomst, die je aanspreekt op je feiten?
Wij hebben niet echt een wereld.
Zeg tegen wat je daar aantreft, op het slagveld, in een lade of in de rivier
mijn hemel, bent jij het?
Ben jij het goede dat ik zoek? – Hannah van Binsbergen, Kwaad gesternte