Vanessa Zoltan leest Jane Eyre alsof het de bijbel is, een heilige tekst die haar iets leert. Ze bestudeert en interpreteert zinnen, ze reflecteert en preekt. Haar exegese vermengt ze met persoonlijke perikelen en die van van haar Joodse familie. In het laatste hoofdstuk van haar boek deelt ze haar leesmethode: manieren om samen of alleen een boek te bestuderen. Ik geloof in wat zij doet, iets denken of schrijven bij boeken die je leest. Ik heb lezen nooit als heilig of gewijd gezien, maar door dit boek wel. Het lezen gaat vooraf aan het schrijven. Het lezen is haar heilige bron, de oorzaak van welk schrijven of denken ook. Ik begrijp haar praxis. De schepping is er eerst.

uit Boeken voor de ziel, Vanessa Zoltan

Handvatten bij gewijd lezen

Zelf aan de slag

In dit hoofdstuk draait het allemaal om: ‘En nu zelf aan de slag!’ In de wetenschap dat geloof, volharding en gemeenschappelijkheid heel brede begrippen zijn heb ik dit hoofdstuk geschreven als gedetailleerde en specifieke handvatten met praktische tips om een tekst als gewijd te behandelen. Deze handvatten zijn specifiek gericht op teksten of dialogen in films en op televisie. Maar ik weet zeker dat iemand met meer creativiteit dan ik ze ook gemakkelijk kan inzetten voor dingen die niet op woorden zijn gebaseerd, zoals honkbal. Het eerste wat je doet is een tekst uitzoeken. Eigenlijk werkt zowat alles waar je van houdt. Ga je een relatie als deze aan, dan moet liefde het basisgevoel zijn dat je hebt bij de tekst. Een tekst als gewijd behandelen is een langdurige relatie. Je zou je alleen moeten verbinden met iets waar je van nature een voorliefde voor hebt.Wat je in gedachten moet houden, is dat een gewijde tekst moet kunnen scheppen. Hij moet ideeën kunnen scheppen, gedachten, fanfictie, kunst, namen voor je kinderen en meer. De tekst moet minstens zó complex zijn dat als twee mensen dezelfde zin lezen, ze er verschillende dingen in zien. Als iets te eenvoudig is en slechts één mogelijke betekenis heeft, is het profaan, niet gewijd. Maar hoewel al deze maatstaven van complexiteit belangrijk zijn, geldt dat als je al van iets houdt, het vrijwel zeker zowel scheppend als complex is. We voelen meestal geen liefde voor het profane. Haat, in al zijn eenvoud, is dan ook profaan.Heb je eenmaal een tekst uitgekozen die je als gewijd wilt behandelen, dan heb je een veelheid aan instrumenten tot je beschikking om ermee aan de slag te gaan. Als je een maatje kunt vinden dat zich aan dezelfde tekst wil wijden en regelmatig met je wil afspreken om erover te praten, dan is dat geweldig. Maar eigenlijk heb je maar twee dingen echt nodig: (1) het geloof dat hoe meer tijd je met de tekst doorbrengt, hoe meer geschenken deze je zal geven en (2) de toewijding om regelmatig (wat dat ook voor je moge betekenen) met de tekst bezig te zijn. Een gemeenschap zal je helpen de relatie te bestendigen, maar als je het gevoel hebt dat je geen gemeenschap hebt om op terug te vallen, laat dat je er dan niet van weerhouden om te beginnen. Er bestaat een lange geschiedenis van geleerden, lezers, geestelijk leiders en Bijbel/Misjna-groepen die de handvatten die ik hier zal uiteenzetten, gebruiken. Ook bestaan er prachtige praktijken in religies buiten het jodendom en christendom. Ik word graag onderwezen over deze praktijken, maar ik voel me er nooit op mijn gemak bij om ze zelf te onderwijzen. Ik pas de spirituele praktijken aan die ik gebruik voor mijn eigen atheïstische wezen, en ik voel me er op mijn gemak bij om dit te doen binnen mijn eigen godsdienst, het jodendom, en de cultureel dominante godsdienst in de Verenigde Staten, het christendom. Maar ik voel me niet op mijn gemak om dit te doen met de islam, het hindoeïsme, het boeddhisme, het bahai-geloof en de talloze andere religies die prachtige leespraktijken kennen. Mocht je erin geïnteresseerd zijn deze praktijken op te zoeken, moedig ik je van harte aan om dit te doen.

Het bijhouden van een florilegium

Zoals ik al eerder zei, benaderde ik Jane Eyre door mijn favoriete zinnen te onderstrepen, zinnen waarvan ik geloofde dat ze geschikt waren voor een gebed. Nu wist ik dit destijds niet, maar het blijkt dat zelfs die praktijk een religieuze oorsprong heeft, hoewel velen van ons citaten verzamelen in opschrijfboekjes zonder kennis te hebben van of beïnvloed te worden door de religieuze geschiedenis van deze praktijk. De praktijk waarover ik het heb is het bijhouden van een florilegium, wat in het Latijn ‘een verzameling bloemen’ of ‘bloemlezing’ betekent.Deze praktijk bracht Stephanie Paulsell me bij, die me over haar vader vertelde, een dominee die dagelijks in het Boek der Psalmen leest. Iedere dag leest hij een bepaald aantal psalmen en schrijft hij de zinnen op die er voor hem uitspringen en die vonkjes worden genoemd. Hij schrijft ze op in een dagboek, zonder annotaties uit welke psalmen ze komen. En wanneer hij alle psalmen heeft gelezen, leest hij zijn verzameling vonkjes – zijn florilegium – en leest ze alsof het zijn eigen tekst is. Dit dient dan als een handvat voor reflectie: wat viel hem deze keer op? Wat zeggen deze citaten over hemzelf? Wat betekenen de citaten naast elkaar, in plaats van op hun gebruikelijke plaatsen?Je behandelt deze tekst die je hebt gecreëerd alsof het een opzichzelfstaande gewijde tekst is, en vervolgens ga je terug en lees je het boek opnieuw en doe je hetzelfde opnieuw. Dit kan gemakkelijk worden gedaan met elke tekst, het hoeven geen psalmen te zijn.Je kunt op verschillende manieren aan de slag gaan met je florilegium. Bijvoorbeeld door samen, met een groep, te lezen. Op dit moment leid ik pelgrimages met seculiere teksten en aan het eind van iedere dag delen we allemaal ons vonkje van die dag. Dit kan een citaat zijn uit de tekst die we hebben gelezen of iets dat een medepelgrim heeft gezegd. Op deze manier leren we om elkaars woorden te behandelen alsof ze gewijd zijn. Ik typ de gedeelde vonkjes uit en vervolgens besteden we een paar minuten aan een gewijde behandeling van deze nieuwe tekst waarbij we eenvoudigweg benoemen wat ons opvalt. Dit kan worden gedaan aan het eind van iedere leesclubbijeenkomst of na het lezen van elk boek met je leesclub; inclusief je eigen eenpersoonsleesclub.

PaRDeS

Men beweert dat Moses de León, een dertiende-eeuwse rabbijn, de eerste geleerde was die het idee van PaRDeS heeft gecodificeerd, hoewel het idee zelf oorspronkelijk uit de tweede eeuw komt, naar een beroemd verhaal van vier rabbijnen. PaRDeS is een acroniem dat staat voor pesjat (dat oppervlakte betekent), remesj (hint), derasj (zoeken) en sod (geheim). Maar het woord betekent ook ‘boomgaard’. Het idee uit de tweede eeuw is dat PaRDeS een plek is, een boomgaard van esoterische Thora-wijsheid.Drie van de vier rabbijnen stierven of werden krankzinnig; rabbijn Akiva was de enige die het er in goede gezondheid van afbracht nadat hij in aanraking was gekomen met de spirituele dimensies van deze boomgaard. De gewijde leespraktijk PaRDeS behandelt de tekst als een boomgaard. We kunnen de gehele boomgaard niet in één keer bekijken, als we dat zouden proberen zouden we doordraaien. Wel kunnen we een enkel stuk fruit (of een zin) plukken en erin bijten om te zien wat het ons te bieden heeft. Dus kies een zin uit je gewijde tekst, dat kan een zin zijn die je mooi vindt of een willekeurige zin; beide praktijken zijn leuk om te doen en de moeite waard en ze bieden verschillende beloningen. Hierna volgt hoe Casper ter Kuile, mijn medepresentator van de podcast Harry Potter and the Sacred Tekst en ik PaRDeS gebruiken bij een seculier boek (de Harry Potter-serie) dat we als een gewijde tekst behandelen.

1. Stap één, P (pesjat/oppervlakte): vraag jezelf af: wat is de beoogde betekenis van de zin? Wat wilde de auteur dat ik hieruit zou halen?

2. Stap twee, R (remesj/hint): kies één woord uit de zin en zoek het op in de zeven Harry Potter-boeken. Als je een rabbijn zou zijn geweest had je een woord gekozen en vervolgens nagedacht over alle verschillende vormen waarin het in de Bijbel voorkomt. Vergelijk dan de voorbeelden met elkaar. Dus, als je bijvoorbeeld het woord ‘ark’ hebt gekozen, denk dan na over de ark van Noach en de ark des verbonds. Dit zijn twee totaal verschillende gebruikswijzen van hetzelfde woord in verschillende boeken van de Bijbel (de ark van Noach staat in Genesis en de Ark des Verbonds in Exodus). Maar je kunt betekenis ontlenen aan de twee gebruikswijzen van het woord naast elkaar. Als je de Ark des Verbonds bijvoorbeeld beschouwt als een schip dat jou door stormen kan loodsen, zie je de tien geboden totaal anders. Je kunt de tien geboden nu zien als iets dat jou kan leiden en beschermen tijdens vreselijke stormen, in plaats van als regels die je beperken. Of, als voorbeeld uit de Harry Potter-boeken, neem deze zin in overweging: Toen oom Herman, tante Petunia en Dirk in het voortuintje stonden om oom Hermans nieuwe auto van de zaak te bewonderen, luid pratend zodat de rest van de straat de auto ook zou zien, was Harry naar beneden geslopen, had het slot van de bezemkast onder de trap opengemorreld, een paar van zijn boeken meegegrist en die op zijn slaapkamer verstopt. Je zou bijvoorbeeld het woord ‘auto’ kunnen kiezen. Vervolgens kun je je door de boeken heen denken (of Ctrl F gebruiken) en ontdekken dat oom Herman trots is op zijn auto’s, maar dat dat ook geldt voor meneer Wemel. Denk bijvoorbeeld aan de Ford Anglia, die voor Harry gelijkstaat aan vrijheid in De geheime kamer, maar die Harry en Ron een paar hoofdstukken later flink in de problemen brengt. Denk ook aan de auto’s waarmee de Wemels en Harry en Hermelien naar perron 9¾ worden vervoerd die het ministerie hun uitleent wanneer ze Harry nodig hebben en hen niet uitleent wanneer Harry hun een doorn in het oog is. Op die manier kun je tot de conclusie komen dat auto’s machtssymbolen zijn in de wereld van de Harry Potter-boeken; ze zijn een uiting van macht (voor oom Herman), signalen van macht (zoals de auto’s van het ministerie) of gestolen macht (zoals Harry die in de Ford Anglia springt en zijn vrijheid kiest).

3. Stap drie, D (derasj/zoeken): stel jezelf de vraag: als dit mijn heilige geschrift voor deze week was en ik zou over deze zin preken, wat zou mijn preek dan zijn? Of je zou kunnen vragen: welke les wil ik uit deze zin trekken? De kunst bij stap drie is dat de les niet alleen uit de tekst zelf moet komen. Die moet ook voortkomen uit het harde werk dat je tijdens stap twee hebt verricht. Dus als ik het woord ‘auto’ zou gebruiken, dan zou ik een les kunnen schrijven over macht. Dat verdiende macht (zoals de Ford Anglia die voor Harry verschijnt omdat hij vriendschap en loyaliteit heeft verdiend van Ron en Fred en George) beter is dan macht die wordt gegrepen (zoals die van oom Herman). Lessen als deze blijken we vaak zelf te moeten horen.

4. Stap vier, S (sod/geheim): ik ben dol op deze stap bij ­PaRDeS, omdat dit veruit de meest mystieke oefening is waar ik me regelmatig mee bezighou. Het idee achter sod is dat je al die arbeid hebt verricht: je hebt een woord nagelopen en je les geschreven en nu zal de tekst een van zijn geheimen aan jou onthullen. Dit kun je zelf doen door de zin nog één keer te lezen en er vervolgens in stilte mee te zitten. Neurie hem, declameer hem of vergeet hem. Maar kijk of er een geheim oprijst. Het kan zo zijn dat dit niet gebeurt, maar waarschijnlijk zal het vaker wel dan niet gebeuren. De geheimen op zichzelf zijn prachtige geschenken. Dat geldt ook voor de betrouwbaarheid van een onbekende beloning voor volhardend lezen.

Lectio divina

Lectio divina (goddelijke lezing) is de christelijke versie van PaRDeS, maar de verschillen zijn interessant en van belang. Ook dit is een middeleeuwse praktijk en net als PaRDeS heeft ze een complexe oorsprong, waarbij één man de eer krijgt voor het opschrijven van het idee, dat hij net wat meer dan anderen heeft gecodificeerd. De kartuizer monnik Guigo II zei dat lezen kon leiden tot gebed. Hij vergeleek lezen met het in je mond stoppen van een druif. Je voelt de druif, het sap dat eruit spat, het kauwen en vervolgens de voeding. Door zijn vier stappen op te volgen is het alsof je een stuk tekst in je mond stopt, de sappen eraan onttrekt en jezelf ermee voedt.We hebben de traditionele methode lectio divina wederom aangepast aan ons eigen seculiere gebruik. Maar ik raad je aan de vierstapsleespraktijk als volgt in te zetten: net als bij PaRDeS kies je een zin, ofwel omdat deze je aanspreekt ofwel willekeurig.

Stel jezelf de vraag wat er letterlijk gebeurt in deze zin. Hiervoor kun je de zinnen eromheen lezen om context te krijgen; onthoud waar de scène zich afspeelt, wat er gebeurt, wie er aan het woord is en wat er voor en na dit door jou uitgekozen moment gebeurt.

Stel jezelf de vraag aan welke andere verhalen deze zin je doet denken. Deze stap is bedoeld voor allegorie. Doet de zin je denken aan een scène in een werk van Shakespeare? Op welke manier? Doet de zin je denken aan een Griekse mythe? Waarin verschilt hij? Doet de zin je denken aan je favoriete popsong? Waarom? Maak een lijst van zo veel mogelijk verhalen waaraan deze zin je doet denken; dit zal je begrip van de tekst op magische wijze voor je vergroten.

Stel jezelf de vraag waaraan deze zin je doet denken in je eigen leven. Nu je hebt nagedacht over verhalen in de wereld waaraan deze ene zin je doet denken, keer je naar binnen. Is er een moment uit je eigen verleden dat overeenkomt met de zin? Deze stap nodigt je uit om jezelf in de tekst te zien en jezelf als minder alleen te zien. Je zou gemakkelijk een personage in dit boek kunnen zijn en je hebt op een bepaalde manier een verbinding met deze personages.

Stel jezelf de vraag tot welke actie je je geroepen voelt door de zin en door de oefening die je zojuist hebt gedaan. Bij deze stap is het het best om iets te doen wat daadwerkelijk actie­gericht is. Vermijd vage uitspraken als ‘Wees liefdevoller’. Zeg liever: ‘Volgende week bel ik mijn zus.’ Laat je door de tekst uitdagen om je acties te veranderen op de korte termijn zodat je er op de lange termijn door kunt veranderen.

Havruta

Dit is ook een Joodse bezigheid en wordt uitgevoerd in tweetallen, wat op zichzelf een van de geschenken is die ze te bieden heeft. Het is heerlijk om samen met iemand anders een tekst als heilig te behandelen. De ander motiveert je, zorgt ervoor dat je op schema blijft met de oefening en brengt je op ideeën die je in je eentje nooit had kunnen bedenken.Havruta is een studiemethode in tweetallen die zijn oorsprong vindt in de jesjiva-traditie, waarin een leraar voornamelijk door de ruimte loopt terwijl de studenten dag in dag uit in tweetallen zitten, met niets anders dan de Talmoed tussen hen in. Hun bijeengestoken hoofden en een boek en een leraar in de buurt is alles wat ze nodig hebben tijdens een jarenlange zelfgestuurde studie. In de podcast gebruiken we havruta door een van ons een vraag over de tekst te laten stellen aan de ander. Maar degene die de vraag stelt, moet ook een antwoord aandragen. Deze oefening is geweldig, omdat je hiermee erkent dat alle antwoorden op vragen slechts gedeeltelijke antwoorden zijn. Iedere vraag die de moeite waard is om gesteld te worden zal vele antwoorden opleveren en de waarheid zit in hun samengesteld geheel; de waarheid komt pas tot uiting in het gesprek.In de volgende stap van havruta luistert de andere persoon van het duo, persoon B, naar de vraag en het antwoord, en geeft vervolgens zijn eigen reactie. Persoon B stelt dan een vraag die geïnspireerd is door de eerste vraag en geeft een antwoord om het gesprek op gang te brengen. Dit kan zo lang doorgaan als je maar wilt. Een van de redenen dat ik deze oefening zo mooi vind, is dat erin besloten ligt dat we allemaal zowel studenten als leraren zijn. Ook mag je hierin grote sprongen wagen en missers maken; je probeert antwoorden uit om te zien of ze passen, en je doet dit hardop, met een medestander.

Heilige verbeelding (‘Ignatiaanse verbeelding’)

De laatste traditionele gewijde leespraktijk waarover ik hier zal schrijven heet ‘Ignatiaanse verbeelding’, maar ik heb deze geconfisqueerd van die arme Sint Ignatius en noem die nu dus heilige verbeelding. Deze praktijk is vernoemd naar Sint Ignatius van Loyola, een zestiende-eeuwse monnik en oprichter van de jezuïetenorde, onder vele andere dingen. Sint Ignatius was (lang voordat hij een heilige was) een gegoede jonge Spaanse man die dol was op de Arthurlegende. Hij was dol op verhalen over ridders en ridderlijkheid, wat hem er op zeventienjarige leeftijd toe bracht zich bij het leger aan te sluiten. Er zijn verhalen dat hij rondparadeerde, opgaand in de allure van oorlogsvoering. Tot hij werd geraakt door een kanonskogel. Tijdens zijn herstel in een katholiek ziekenhuis waren er geen ridderverhalen om te lezen; er waren alleen de Evangeliën. Hij begon hetzelfde te doen met de apostelen en Jezus als hij voorheen deed met de Ridders van de Ronde Tafel: hij stelde zichzelf voor in het verhaal. Hij stelde zich voor dat hij samen met Jezus aan het vissen was, met de bries op zijn gezicht, het visgerei tegen zijn vinger en de geur van de vis om zich heen terwijl ze in de boot zaten.Deze vorm van verbeelding kan de manier waarop je een scène ervaart veranderen. Kies een scène uit je tekst en stel je met elk van je zintuigen voor wat het personage ziet, ruikt, aanraakt, proeft en hoort. Ik geloofde niet zo in deze oefening totdat ik Harry Potter en de steen der wijzen begon te lezen en over de aanval van de trol las vanuit het perspectief van Hermelien. Het was nooit bij me opgekomen hoe doodsbang Hermelien moet zijn geweest, totdat ik me de kou van de toilettegels op mijn rug voorstelde, de afschuwelijke stank van de trol, het spetterende water en het overweldigende lawaai waarmee dit alles gepaard ging. Ik besefte toen dat Hermelien niet alleen bevriend raakte met de jongens omdat ze samen iets moeilijks hadden doorgemaakt; ze besefte dat ze was gestorven als ze niet waren gekomen. Ze besefte dat je vrienden nodig hebt om te overleven.