Esther Gerritsen heeft zojuist verteld dat ze een flink deel van de schutting heeft weggehaald waardoor ze naar de tuin van de buren kijkt. Dan merkt ze het volgende op.
In het Chinees handboek van tuinieren uit 1635 wordt al gesproken van ‘geleend landschap’, te verdelen in vier categorieën.
Zo kun je landschap van boven lenen: wolken, sterren, de zon en de maan.
Je leent van onder: de rotsen, poelen, de kleigrond of wat het ook is, waar je tuin op rust.
Je kunt van ver lenen: bergen en meren waar je op uitkijkt.
En – voor de stadsmensen de interessantste – het aangrenzend lenen: het huis en de tuin van je buren.
Nu ik een beetje van het leven van mijn buren leen, en zij van het mijne, voel ik me zelf ook onderdeel van het landschap.
Als ik de stad in loop, zie ik ineens hoe de mensen de kleuren van mijn nieuwe winterjas lenen.
Gewoon onze schuttingen weghalen, vitrages misschien ook maar eens verbieden.
Overvloeien in andere levens. Jezelf aan de wereld uitlenen.