Een voorbeeld van een foutieve samentrekking is ‘Ik heb hem eerst getrakteerd en daarna een cadeau gegeven.’ In ‘Ik heb hem eerst getrakteerd’ is hem lijdend voorwerp, en in ‘en [ik heb hem] daarna een cadeau gegeven’ is hem meewerkend voorwerp. Omdat hem niet dezelfde functie heeft, mag het volgens veel mensen niet worden samengetrokken. Juist is: ‘Ik heb hem eerst getrakteerd en hem daarna een cadeau gegeven.’ Ook juist is: ‘Ik heb hem eerst getrakteerd en daarna gefeliciteerd’ – nu is hem in beide zinnen lijdend voorwerp.

«