The master of spoken dialogue, Socrates, worried away in Plato’s Phaedrus at the wilful deafness of written words. ‘They seem to talk to you as if they were intelligent,’ he said. ‘But if you ask them anything about what they say, from a desire to be instructed, they go on telling you just the same thing for ever, schrijft Joe Moran.
[Heerlijk, zinnen zijn onveranderlijk, zinnen gaan niet dood, het zaaien, rijpen, groeien, ontvouwen, vergeten vindt plaats in het hoofd van de lezer, daar bevindt zich de akker, het zonlicht.]