Kurt Caviezel is een god met 15.000 ogen, fotografeert ‘alles wat nu het geval is’, het web als camera. Ik houd van kunstenaars die me een machtig gevoel geven, het gevoel dat iets groots binnen mijn macht ligt (begrip, inzicht, essentie, mogelijkheid) – als ik beter had gekeken, had gedaan als zij.

Kurt Caviezel ziet in zijn luie stoel duizenden web- en livecams, een eindeloze stroom beelden (alles beweegt, niets ligt vast; gaat traag door oneindig laagland; ledigheid als deugd). Soms drukt hij af: hij maakt screenshots (niets beweegt, alles ligt vast).

Wat een simpel en goed idee. Als een kleefstrip trekt een livecam vanalles aan: vuil, sneeuw, wolken, mist, staarten van vogels, handen die de lens schoonwrijven, rode auto’s, letters, rituelen, dingen, mensen die hun broek omlaag doen.

Een webcam legt surplus vast. Stelt niet scherp op een onderwerp. Wacht niet tot een onderwerp lacht of stilstaat. Veegt de lens niet schoon. Is blind en geduldig.

Leven bestaat uit buitensluiten (dit wel, dit niet), voortdurend kiezen op basis van willekeurige criteria (overtuigingen, tribe, onderbuik, geloofssystemen, omgangsvormen). Kurt Caviezels stopt in hokjes gebaseerd op wat is, niet op wat zou moeten zijn.

Hij selecteert achteraf. Wat ziet hij niet één keer, maar steeds opieuw? Dat wordt een lemma in zijn encyclopedie.

[Zo te leven. Elk jaar, de vier seizoenen. Elk leven, de 80 jaren. Niets stroomt, alles blijft hetzelfde, alles herhaalt zich, wat gebeurt zijn variaties. Achteraf zie je wie je was, niet wie je dacht te zijn geweest.]