Ik voel me om 14.00 uur zoals de aarde zich moet voelen op 29 juli (Earth Overshoot Day). ‘s Ochtends denk ik, ja, ik ga vandaag [vul in] en doe ik soms ook dingen, maar rond het middaguur verdwijnt al wat tot gedrag leidt als sneeuw voor de zon. Ik verander in een schildpad, een mossel die dichtklapt, een infotrope plant die een boek leest, input, geen output. Het leven wordt niet zinloos – ik zie overal zin en betekenis, en de intentie voel ik ook – maar actie wordt steeds lastiger, zin verdwijnt in zekere zin, iets wil me beschermen tegen ‘ik wil’, amygdala ruikt haar kans, reageert intrinsiek met ‘moah’, alle urgentie verdwenen als omgekeerde kiespijn. Hoe ouder ik word des te vroeger dit overshoot-moment valt, alsof ik in mijn ontwikkeling van foetus tot oud mens niet alleen evolutie nadoe, maar in de loop van dit leven ook de impact van de mensheid onderga. Ik ben vroeg uitgeput omdat ik te veel verg, te veel wil, te veel consumeer, te veel doe, te veel denk, mezelf kaalschraap. Ik ben steeds vroeger uitgeput, omdat ik dit al jaren doe. Ik wil beter slapen, uit alles wat ik lees blijkt dat slaap essentieel is voor het organisme. We hebben duister nodig, stilte, dan kan het toxische opgeruimd worden, het overshoot-moment in mezelf verlegd. Misschien werkt dit ook op globale schaal, waarbij ik tegelijk denk ‘moah’. Ook niet doen lijkt een levensvatbare optie.