Aan alles komt ooit een einde.
De entropie zal doorgaan.
Alles zal donker zijn.
Ik lees een science fiction verhaal van Isaac Asimov, dat hij zijn beste verhaal noemt, mogelijkerwijs het beste verhaal ooit door iemand geschreven, het heet De laatste vraag.
Het gaat goed met de mens. Hij maakt volop ruimtereizen, dat moet ook wel, om de overbevolking het hoofd te bieden. Hij is inmiddels heer en meester over de zon, in staat om alle energie te oogsten. Toch is hij nerveus. Want hij weet, alle inventiviteit en technologie ten spijt, dat op een dag de sterren zullen doven. Energie in het heelal is eindig. Op een dag zal alles donker zijn.
Science fiction houdt zich volgens mij niet zozeer bezig met de toekomst, of met dingen die niet kunnen, maar met het heden, met in de samenleving opborrelende collectieve sluimerende angsten vanwege dingen die nu gebeuren. Anders gezegd, in veel science fiction blijkt het mee te vallen met de fictie.
De mens in Asimovs verhaal heeft één prangende vraag aan de computer. Hoe in godsnaam dat ontstellende onontkoombare einde, zelfs al is het nog biljoenen jaren ver weg, te ontlopen? Is dit niet ook de vraag die iedere mens kwelt?
Steeds opnieuw stelt hij die aan steeds slimmere computers. Hoe de eindige energie van het heelal vast te houden? Hoe entropie om te keren? De computer geeft telkens hetzelfde antwoord: HEB ONVOLDOENDE GEGEVENS VOOR DUIDELIJK ANTWOORD.
Dan, als alle sterren witte dwergen zijn geworden en gelaten wachten op hun einde, en alle melkwegstelsels zijn uitgedoofd, als het heelal stervende is, is één onvermoeibare superslimme computer nog steeds bezig deze laatste vraag te beantwoorden. Dit kan hij pas doen als hij alle gegevens verzameld heeft, als er niks meer bijkomt, dus vlak vóór de totale entropie.
Dan gebeurt het.
De computer weet het antwoord, weet hoe de richting van de entropie omgekeerd kan worden, maar er is niemand om het aan te vertellen, het universum is dood. Wat te doen? Hij zet voorzichtig een programma in elkaar, reflectie is in dit geval niet genoeg. Hij zal het antwoord moeten demonstreren.
Let there be light, zegt de computer.
En het werd licht.
***